maandag 23 april 2018

Peuterpuber

Vanmorgen was ik boodschappen aan het doen. Ik hoorde in een gangpad naast mij een zucht. Vervolgens: "Blijf daar van af."
Ik liep door en zag een peuterpuber met -vermoedelijk- zijn moeder.

Even verderop zag ik dat kindlief een stoffer en blik gevonden had. Hij pakte het vast. "Terug leggen. DRIE.TWÉÉ.ÉÉN!"
Later hoorde ik: "Meekomen, nú."

De toon in combinatie met haar lichaamshouding gaven mij de indruk dat ze het even zwaar had. Hoe is haar nacht geweest? Heeft ze kunnen slapen? En de avonden ervoor? Zijn er meer kinderen?

Moeder en kind hebben afgerekend. Kind bleef bij de uitgang staan, moeder wilde door.

Inmiddels had het duo de aandacht getrokken. Mensen keken stiekem, maar zeiden niks. Inclusief ikzelf. Ik leefde met haar mee en tegelijkertijd voelde ik mij ongemakkelijk. Ik wilde namelijk niet dat zij zich opgelaten voelde door ons als 'toeschouwers.'

Ik passeerde de mevrouw en op het puntje van mijn tong lag: "Je doet het goed."

Ik durfde het niet te zeggen. Bang voor haar reactie, bang om me te 'bemoeien.'

Achteraf wou ik dat ik het wél had gedaan.

Bij deze, mevrouw uit de supermarkt: Je bent een goede moeder. Ik vind het knap van jou dat je je niet uit het veld hebt laten slaan door jouw peuterpuber. En al helemaal niet door ons; het publiek.
 
Als ik in deze situatie had gezeten was ik op de grond gaan liggen om te huilen, denk ik. 😉

Ellie